Sociale zekerheid is een hyperobject

De sociale zekerheid in Nederland is een hyperobject. Het slokt je onzichtbaar op en maakt nerveus. Het creëert zijn eigen klanten

Share This Post

Timothy Morton (1968) heeft in zijn studie ‘the ecological thought’ (2010) het begrip hyperobject uitgewerkt. Zoals de titel al doet vermoeden, heeft hij zich hierbij gericht op ecologische verschijnselen zoals de opwarming van de aarde en milieuvervuiling. Zijn theorie is echter ook in sociaal-maatschappelijk opzicht nuttig en bruikbaar. In dit artikel gaan we op zoek naar de kenmerken van de sociale zekerheid op dit moment. Is de sociale zekerheid ook een hyperobject?

De sociale zekerheid in Nederland is een uitgebreide en nauwelijks te begrijpen kluwen aan uitkeringen, toeslagen, subsidies, boetes, stimuleringsmaatregelen, bestraffende maatregelen en registraties. De verantwoordelijkheid en de bijbehorende bevoegdheden voor de sociale zekerheid zijn daarbij ook nog eens totaal onlogisch verdeeld over meerdere bureaucratische organisaties die in zichzelf alweer als hyperobject te kenschetsen zijn. De gemeenten gaan over de bijstand en de zorg, UWV gaat over de verzekering voor werkenden maar ook weer een beetje over de populatie van de gemeenten, de SVB gaat over ouderen, kinderen en wezen en weduwen, de belastingdienst gaat, geheel tegen de logica van belasting innen in, over toeslagen die ook als vorm van sociale zekerheid te kenmerken zijn. De DUO gaat over je sociale zekerheid als je naar school gaat of studeert. Dan hebben we natuurlijk nog de pensioenfondsen, de inkomensverzekeraars, ziektekostenverzekeraars en de centrale overheid zelf die soms ook uit het niets allerlei zaken voor inkomensondersteuning regelt (bijvoorbeeld de coronasteun en het energieplafond). Kortom: het is een onoverzichtelijke chaos van goedbedoelende instanties die als een kluwen om de burger heen zit. De ene keer word je door die kluwen geknuffeld en warm gehouden, de volgende dag word je afgeknepen of doodgedrukt.

Hyperobject

Ondoorzichtigheid en onzichtbaarheid

Een hyperobject heeft, vergeleken met de subjecten zoals mensen in de samenleving, een enorme spreiding in ruimte en tijd. Hyperobjecten zijn niet van een afstandje waar te nemen. Het subject staat er als het ware middenin. Het hyperobject slokt het subject op en maakt het nerveus (hyper).  Tot zover voldoet de sociale zekerheid in Nederland zeker aan de definitie. Zodra je geboren wordt begint het. Je krijgt een burgerservicenummer en het hyperobject zuigt je naar binnen. Je krijgt een ziektekostenverzekering, de gemeente krijgt door dat je op de wereld bent en neemt je op in de systemen. Gedurende de kindertijd is er kinderbijslag en word je opgenomen in het schoolsysteem. Laag voor laag leggen de tentakels van het hyperobject zich om je heen. Het DUO gaat zich bemoeien met je school en later met de collegegelden. De gemeente kijkt mee of je wel goed wordt opgevoed. Heb je toevallig beperkingen ten opzichte van anderen dan komt het UWV al snel een arm om je heen leggen. Als je een eigen inkomen is de belastingdienst de volgende die een tentakel om je heen vouwt enzovoort. U begrijpt het concept ongetwijfeld. De sociale zekerheid als systeem is niet in zijn geheel waar te nemen en voor de meeste mensen ook volstrekt onbegrijpelijk. En het maakt de burger nerveus. Temidden van een woud aan regels, wetten staat de kleine burger, onwetend van alles wat over hem bekend is, in welke systemen hij allemaal geregistreerd staat. Af en toe komt er, vaak totaal onverwacht, een brief die de burger rechten toekent of afpakt. Dit geschiedt dan weer door regels die hij eigenlijk niet kan kennen. Het is voor de doorsnee burger onmogelijk om een totaalbeeld te krijgen van het hele systeem.

Fluïditeit leidt tot onzekerheid leidt tot nervositeit.

De nervositeit wordt, behalve door de allesomvattende onzichtbaarheid nog eens vergroot doordat het systeem continu wijzigt én omdat het ook nog eens een hybride systeem is van niet-interpretabele rekenregels vermengd met interpretabele regels waar beslissingsruimte zit. Kortom: de ene keer weet je goed waar je aan toe bent, bijvoorbeeld bij de kinderbijslag die voor iedereen hetzelfde is. De andere keer echter heb je te maken met regels waarin ambtenaren of beslissers ruimte hebben om de regels aan de hand van jouw specifieke situatie te interpreteren en toe te passen.  Het systeem is dus sterk fluïde waardoor je eigenlijk niet kan weten waar je aan toe bent.

Alom aanwezig ‘two-face-virus’

Ook al heeft de burger misschien niet altijd voelbaar en zichtbaar met het systeem te maken, het systeem is altijd aanwezig. Het ligt als het ware op de loer. Zoals een virus dat jaren onder de grond van leven om onverwacht toe te slaan, zo ligt ook dit systeem te wachten. Soms slaat het ten goede toe en biedt het de noodzakelijke ondersteuning, soms slaat het ten slechte toe en smoort het het subject met boetes, terugvorderingen en ander onheil. Het systeem van de sociale zekerheid is een ‘ two-face virus’. Het kan je beschermen en het kan je verwoesten.

Viscositeit,  fasering en interobjectiviteit

Je komt als burger, als subject, nooit meer uit de tentakels van het systeem. Er kleeft altijd nog iets aan; een indicatie, een dossier, een digitale geschiedenis, een terugvordering, een boete. Als het subject er middenin zit kan het voelen alsof het één systeem is. De tentakels zitten vlak op elkaar. Het systeem van sociale zekerheid echter gefaseerd, gefragmenteerd en interobjectief. Wat het ene object doet, heeft direct gevolgen voor het andere object.

Het systeem is niet locatie gebonden. De burger kan niet aan het systeem ontsnappen door te verhuizen. Zelfs tot ver over de grenzen heeft het systeem zijn tentakels. Het burgerschap, de nationaliteit, maakt dat rechten en plichten blijven bestaan, blijven aankleven en op onverwachte momenten geactiveerd kunnen worden, ook bij emigratie.

Conclusie

Het Nederlandse systeem van sociale zekerheid zoals hier zeer summier beschreven, voldoet aan alle kenmerken van een hyperobject. Hyperobjecten hebben zeker hun voordelen. In Nederland is een uitgebreid vangnet voor ongeveer elk onheil, van armoede tot ziekte. Dit is een groot en mooi maatschappelijk goed. Het is echter zo alomvattend, interdependent en potentieel invasief, dat de burger er bloednerveus van kan worden of zelfs door verstikt kan raken. Stroomlijning van het systeem, transparantie en vereenvoudiging zijn absoluut noodzakelijk om te zorgen dat het systeem niet zijn eigen klanten blijft creëren.

Bronvermelding:

Timothy Morton, the ecological thought, Harvard university press 2010

More To Explore

onderwijs en werk

Joepie!Het probleemkind krijgt een indicatie

Vanaf de kinderopvang worden mensen in een maatschappelijk keurslijf gedrukt. De maatschappij bepaalt wat iemand wel en niet kan. Dit is niet goed voor het kind en niet goed voor de samenleving.